51 scholen weer aan het maken!

Schermafbeelding 2016-03-31 om 13.22.03Honderden leraren en leerlingen hebben via het vouchersysteem van het Platform Maker Education kennis gemaakt met maakonderwijs. Via de website van het Platform, makereducation.nl, konden scholen voor 500 euro aan maakonderwijs inkopen. Deze vouchers worden in overgrote mate verzilverd door een workshop te volgen bij een FabLab of makerspace in de buurt.

Het vouchersysteem werd op 11 februari opengesteld en vandaag, 30 maart, hebben meer dan vijftig scholen gebruik gemaakt van dit unieke aanbod. Daarmee is de bodem van de pot bereikt. Vanuit het ministerie van OCW werd een bedrag van 25.000 euro voor vouchers beschikbaar gesteld.

Scholen uit het hele land, Primair Onderwijs, Voortgezet Onderwijs en MBO, hebben dankbaar van de vouchers gebruik gemaakt en kunnen dit schooljaar een maakactiviteit organiseren. Van Buitenpost tot Amsterdam en van Steenwijk tot Rotterdam. In meer dan de helft van de gevallen betreft het een activiteit voor leerlingen, maar ook lerarenteams gaan met groot enthousiasme onderzoeken welke plek maken weer in hun onderwijs kan krijgen.

Vaak vinden de evenementen plaats in FabLabs in de buurt waar moderne apparatuur als 3D printers, lasersnijders en elektronica te vinden zijn, maar ook komen de experts naar de scholen toe. In beide gevallen voldoet dat aan de doelstelling van het Platform om het onderwijs en maakexperts met elkaar in contact te laten komen, of om bestaande samenwerkingen te versterken.

Jeroen de Boer, één van de drie kwartiermakers van het Platform en verantwoordelijk voor het vouchersysteem:

Het is een daverend succes waar we hard voor hebben gewerkt en heel trots op zijn! We krijgen nog dagelijks aanvragen binnen die we graag zouden honoreren maar helaas, het geld is op. Het is in ieder geval duidelijk dat er bij scholen behoefte is om met maken aan de slag te gaan en dat zij de weg naar de makers weten te vinden.

Op dit moment wordt door de kwartiermakers van het Platform hard gewerkt aan plannen om de voucherpot weer te kunnen vullen voor aankomend schooljaar. Daarmee kan deze unieke samenwerking tussen scholen, makers, FabLabs en makerspaces nog sterker worden. De doelstelling van het Platform om elk kind in Nederland de kans te geven maker te worden komt hiermee steeds dichterbij.

Verder lezen over bovenstaand project Cross-over Experience van het ROC van Amsterdam mogelijk gemaakt foor voucher? Check hier: https://waag.org/nl/nieuws/video-crossover-experience.

statistieken

51 vouchers, waarvan 49 workshops en 2 presentaties
40% voor leerkrachten en docenten en 60% voor leerlingen
Locaties: Nieuwkoop, Rotterdam, Amsterdam, Breda, Groningen, Zoetermeer, Tilburg, Rosmalen, Deventer, Eindhoven, Buitenpost, Middelburg, Ede, Amersfoort, Steenwijk, Utrecht, Den Haag, Leeuwarden
9 van de 12 Provincies: Noord-Holland, Zuid-Holland, Noord-Brabant, Groningen, Overijssel, Friesland, Zeeland, Utrecht, Gelderland,
55% PO, 40% VO, 5% MBO
85% FabLabs/makerspaces, 15% maakexperts

Leerlingen verdienen een FABlab!

maker_faire_976x490Twee initiatieven. Een in de Verenigde Staten en een in Italië.

Op donderdag 17 maart zagen we op Twitter, via Wietse van Bruggen, een bericht dat het Amerikaanse ministerie van Onderwijs, een wedstrijd had uitgeschreven: de CTE Makeover Challenge (CTE= Career and Technical Education). Een wedstrijd waarbij scholen een aanvraag kunnen doen om een Makerspace te maken op hun school. Een aanvraag voor een boel mooie spullen, zoals 3D printers en CNC-machines, Arduino’s. Lego Mindstorms, Littlebits een nog veel meer! Maar ook begeleiding van een mentor van Makered.org, veertig uur training in een FABlab, producttraining, telefonische support, lidmaatschappen van Instructables etc. De Amerikaanse onderwijsminister, John King Jr. prijst het ook nog eens luidkeels aan in een tweet:

Onze mond viel wagenwijd open. Wat een geweldig idee! Wij zien het elke dag en steeds meer leraren met ons: een makerspace in een school, daar gebeurt wat, daar opstaan dingen, daar is, we durven dat best zo te zeggen, magie. Onmiddellijk zijn we begonnen met nadenken hoe we dat hier ook zouden kunnen doen.

Maar dat was nog niet alles. Via de onvolprezen voorman van Maker Nederland, Bart Bakker, kreeg ik een berichtje doorgestuurd over een initiatief van het Italiaanse ministerie van onderwijs. Zij reserveren €28.000.000 (achtentwintig miljoen euro) voor FABlabs in scholen. En (voorzover Google Translate het bij het rechte eind heeft) dit lijkt slechts het begin.

Tja. Dan val je even stil. Zoals Remco Pijpers twitterde:

https://twitter.com/remcopijpers/status/712728516236812289

Of Per-Ivar:

https://twitter.com/___pi/status/712687810956947456

Alessandro_Volta
Alessandro Volta, de uitvinder van de batterij

Het plan is een onderdeel van een groter plan, il Piano Nazionale Scuola Digitale , om de scholen in Italië te moderniseren op digitaal gebied. Grappig dat ze tegelijkertijd het onderwijs virtuele en concreter maken. Hulde voor de regering van het land waar we al de Arduino aan te danken hebben. En de batterij!

Zulke grote plannen inspireren enorm. Wij, op de Populier zien elke dag, wat een goed gevuld FABlab doet met leerlingen. En zowel in de USA als in Italië gaat het niet alleen om een aanvraag voor geld. Er moet een gedegen plan aan ten grondslag liggen en het moet gedragen worden door de school. En als dat lukt dan treedt de wet van Kloen in:

Spullen+leerlingen+tijd=magie

Dit kunnen we niet laten liggen. Een eenvoudige rekensom (Italië heeft zo’n 62 miljoen inwoners, wij, sinds deze week, 17 miljoen, dus (17/62)*28=8) levert op dat we in Nederland zo’n 8 miljoen euro nodig hebben om hetzelfde te doen. En ik zou vinden dat we dat moeten gaan doen. De leerlingen verdienen het.

Feestelijke Makeravond in de Balie

CbBokQ2XEAA4Eb4Op donderdagavond 11 februari was er een feestelijke Maker Education avond in de Balie. Thieu Besselink plaatste het Makeronderwijs in een breder, historisch perspectief. “Dewey gaat eindelijk gelijk krijgen.” Daarna was het de beurt aan Astrid Poot. Astrid kijkt o.a. heel nauwkeurig naar waarom leerlingen maken en hoe ze daarmee beginnen. En daarmee betovert ze iedereen in de zaal. Ze kon ook nog prachtig nieuws aankondigen: Conrad wordt de officiële meewerkende partner van de Klooikoffers! Klik hier om meer te lezen.

Daarna was het de beurt aan de bekende maker Rolf Hut, die schrijft voor de rubriek “De Maakbare wereld” in de Volkskrant en een heel mooi makersboek heeft geschreven: “Rolfs maakbare wereld.” Rolf vertelde over zijn eigen late carrière als maker en welk plezier hem dat elke dag brengt en wees op het belang van zelf het heft in handen nemen en de energie die je krijgt van een geslaagd maakproject.

Na het in mijn ogen geslaagde experiment om even van perspectief te wisselen door van de tribune naar het podium te verhuizen, werd de website https://makereducation.nl gelanceerd door Karien Vermeulen van het Platform Maker Education. Vanaf vandaag kunnen groepen docenten een voucher aanvragen om samen met een fablab of makerspace kennis te maken met Maker Education. We hopen natuurlijk dat we snel door het geld heen zijn!

De verhalen van Jorg Duitsman en Yvonne Bogers over hun maakavonturen in de klas getuigden van het feit dat maken tot prachtige dingen kan leiden. De mooie leerlijnen van Jorg zorgen ervoor dat leerlingen op jonge leeftijd al hele bijzondere dingen maken. En de boot gemaakt door de leerlingen van Yvonne was mooi en het verhaal erachter nog mooier!

Na de forumdiscussie met Renée van Eijk van het Platform onderwijs2032 en Leraren met Lef, Anne-Wil Lucas kamerlid voor de VVD en voorvechter van Maker Education en startups en ondergetekende, was de feestelijke avond ten einde. Dank aan Rik Seveke voor de zeer verzorgde avond.

Kijk hieronder de avond terug:

https://vimeo.com/155043837

 

IPON Award voor Maker Education Nederland

iponAfgelopen woensdag werd de eerste dag van de vakbeurs voor ICT en innovatie IPON traditioneel afgesloten met de IPON awards. Dit jaar ging de prime award, de stimuleringsprijs niet naar een persoon maar naar een beweging: de Maker Education beweging in Nederland! Kwartiermakers Jeroen de Boer en Karien Vermeulen waren al op de beurs aanwezig en docent Per-Ivar Kloen werd met een smoes naar de vakbeurs gelokt. De laatste mocht namens de beweging de prijs in ontvangst nemen.

We zijn heel trots en verguld met de prijs, met name dat de prijs voor de beweging is! Dit is hoort helemaal bij de de maakbeweging.

Het juryrapport en alle andere winnaars zijn op de website van de IPON Awards terug te vinden.

#onderwijs2032

Schermafbeelding 2016-01-24 om 17.06.20Platform Onderwijs 2032

Op zaterdag (goed zo: dan kunnen docenten meedoen) presenteerde Het Platform Onderwijs 2032 haar eindrapport. Het platform onder leiding van Paul Schnabel heeft onderzoek gedaan naar de wensen en eisen die de maatschappij aan het curriculum stelt voor de komende jaren. Staatssecretaris Sander Dekker die begin 2015 het startschot gaf, nam dit eindrapport in ontvangst op het Stanislascollege Krakeelpolderweg in Delft. Ook wij, de kwartiermakers Maker Education hebben een gesprek gehad met twee ambtenaren die de commissie ondersteunden.

Een belangrijk rapport met een zware commissie die ook nog eens behoorlijk sterk ambtelijk ondersteund is. Dat betekent dat veel organisaties hun mening geven en hun eigen krenten uit de pap pikken. En dan kunnen wij, de pleitbezorgers van Maken in het Onderwijs, natuurlijk niet achterblijven. Is er ruimte in het curriculum om Maken in te zetten? Wordt het expliciet als kans genoemd, wordt het gezien als onderdeel van het curriculum? Heeft ons gesprek zin gehad?

Maken in het eindrapport

Het woord “Maken ” komt regelmatig voor in de tekst, vaak in de samenstelling met “kennis”. Kennismaken. Ik zie drie kansen voor Maker Education.

rommelTen eerste wordt het bepleit dat er meer vakken in samenhang worden gegeven. En als dat gebeurt dan zou het zomaar kunnen dat er langere tijd is om de verwerking van het geleerde te doen door iets te maken. Als er iets is dat in de weg zit van goed Makersonderwijs is het wel de geringe hoeveelheid tijd. Bedenk maar eens hoe dat gaat. Eerst je spullen pakken, dan alle neerzetten en dan kan je pas aan de slag. Dan moet je ook nog weer precies weten waar je was en welk probleem je aan het tackelen was. Aan het einde van de les moet je opruimen, schoonmaken, je project opbergen. En dat terwijl je net lekker bezig was. Dus, wanneer er meer samenhangende tijd komt, biedt dit mogelijkheden.

Ten tweede ziet het platform dat de “digitale geletterdheid” een basisvaardigheid is naast o.a. taalvaardigheid, rekenvaardigheid en burgerschap. Deze vaardigheid wordt weer onderverdeeld in een aantal subvaardigheden en een daarvan is Computational Thinking. De formulering die het Platform kiest is wel bijzonder:

Computational thinking

Gezien de huidige technologische ontwikkelingen, bijvoorbeeld als het gaat om robotisering of slimme communicatie tussen technologie, vindt het Platform het belangrijk dat leerlingen leren de essentie van computertechnologie te begrijpen en computers kunnen inzetten om een probleem op te lossen. Hoe kiest een zoekmachine bijvoorbeeld uit een grote hoeveelheid zoekresultaten een bepaalde volgorde? Hoe bouw je een onmogelijke constructie? Waardoor doet een robot wat hij doet?

Computational thinking richt zich op de vaardigheden om problemen op te lossen waar veel informatie, variabelen en rekenkracht voor nodig zijn. Het gaat om een verzameling denkprocessen, zoals logisch redeneren, patroonherkenning en systematisch denken. Die leert een leerling door technologie te gebruiken, bijvoorbeeld door kennis te maken met programmeren, te werken met robotica en te experimenteren met 3D-printing. Zulke activiteiten wekken de interesse van leerlingen en geven ze een voldoende basis mee om zich, desgewenst, in deze richting te specialiseren. Leerlingen kunnen dergelijke kennis en vaardigheden ook opdoen zonder technologie, bijvoorbeeld door middel van zogeheten ontwerpend denken en leren.

pensroseOver de zin “Hoe bouw je een onmogelijke constructie?” vielen al wat mensen. Maar ik vind er nog meer bijzondere dingen instaan. “Experimenteren met 3D-printen” is logisch: de lobby van de 3D printer enthousiastelingen is sterk en de eerste keer dat je zo’n apparaat ziet, is het inderdaad magisch. Maar er zijn onderwijskundig veel haken en ogen aan het gebruik van dit apparaat. Casper Hulshof vertelde me dat hij er op de onderwijsbijeenkomst BETT in Londen veel gezien had maar weinig goede voorbeelden van educatief gebruik had gezien. Een bevestiging van wat wij al een tijdje roepen: koop maar geen 3D printer, zeker niet als basisschool. Zie hier voor de argumenten en hier voor een fraaie illustratie van deze argumenten.

Maar het merkwaardigste vond ik de zinsnede: “Leerlingen kunnen dergelijke kennis en vaardigheden ook opdoen zonder technologie, bijvoorbeeld door middel van zogeheten ontwerpend denken en leren.” Vermoedelijk kan het, wellicht door gaming en soms gewoon door te luisteren naar de leraar (niks mis mee) maar het wordt natuurlijk pas echt en levend als je het ook echt gaat doen. En dat kost helemaal niet veel tijd of geld. De programmeertaal Scratch is geweldig en gratis, en ook een MaKeyMaKey of een Arduino zijn niet zo duur. Onze leerlingen verdienen een rijke leeromgeving.

Maar het mooiste, de derde kans, is voor het laatst bewaard. Het platform onderscheidt een laatste categorie bij de basisvaardigheden en dat zijn de “Vakoverstijgende vaardigheden“. Daar wordt wederom een onderverdeling in gemaakt en een daarvan heet “creëren”.

Creëren: leerlingen kunnen innovatieve oplossingen voor bestaande problemen bedenken en maken. Ze kunnen met hun handen werken, maar ook met moderne technologieën, die in toenemende mate voorhanden zijn. Denk daarbij aan 3D-printers en allerhande elektronica, waarmee jongeren op een laagdrempelige manier kunnen ontwerpen én maken. Leerlingen leren buiten de gebaande paden denken en nieuwe verbanden zien, durven te experimenteren en te onderzoeken.

Weer die makkelijk noembare 3D-printers maar dit is verder eerlijk gezegd precies wat wij, als pleitbezorgers voor Maker Education, voor makersonderwijs voor ogen hebben. Van deze zinnen worden we blij en eerlijk gezegd heb ik het nog niet zo vaak, zo goed opgeschreven gezien. Hulde dus en we zijn blij!

Wat nu?

Er komt een “ontwerpteam2032” ingesteld door het ministerie. Met de opdracht:

een ontwerp maken voor een nieuw curriculum voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo en praktijkonderwijs) en speciaal onderwijs.

Schermafbeelding 2016-01-24 om 17.37.24
Illustratie afkomstig uit de brief van de Staatssecretaris aan de Tweede Kamer.

Het is onduidelijk wie daarin gaan plaats nemen. Er is ook geen mogelijkheid om je daarvoor aan te melden. De staatssecretaris kondigt wel in zijn brief aan de kamer aan dat hij binnenkort gaat bekendmaken wie erin zit (best jammer dat dit niet openbaar gaat maar wellicht is dat onmogelijk). Maar wie er ook in zal zitten, we zullen ons laten zien. Bij het eerste gesprek met het platform hebben we ook helder aangegeven dat we Maken niet zien als vak maar als een mogelijkheid om het geleerde te verwerken als vaardigheid, eigenlijk zoals geformuleerd in de paraaf hierboven bij Creëren.

Wat een gevaar is, is dat er nu partijen kansen zien om dit in een methode te gieten. Dat is zo enorm in tegenspraak met Maker Education zoals het bedoeld is. Dat wil niet zeggen dat er geen lessen kunnen worden gemaakt door anderen dan jezelf maar een hele methode van voor naar achteren doet geen recht aan de creativiteit aan zoals de het Platform het noemt: “Leerlingen leren buiten de gebaande paden denken en nieuwe verbanden zien, durven te experimenteren en te onderzoeken.” Binnenkort zal het Platform Maker Education ook startlessen e.d. beschikbaar stellen.

Nog een hoop werk te doen dus. Ik heb er zin in!

Arjan van der Meij

Arjan is vooral docent natuurkunde. Ook heeft hij een paar jaar geleden 
zijn dysbricolikaart moeten inleveren en durft hij zich maker te noemen. 
Tegenwoordig maakt hij zich bijzonder druk. 
Alle leerlingen moeten makers kunnen worden. Dat is zijn doel.
Hij zou graag een inspiratieboek voor Maker Educators schrijven.

FryskLab wint samen met FabLab Zeeland aanmoedigingsprijs Mediawijzer.net

Op dinsdag 15 december heeft FryskLab van Bibliotheekservice Fryslân (BSF) de Mediawijzer.net aanmoedigingsprijs 2015 uitgereikt gekregen in het Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum. Deze prijs werd dit jaar voor het eerst toegekend aan projecten die op een eigen, unieke wijze mediawijsheid bevorderen. FryskLab deelt deze aanmoedigingsprijs samen met FabLab Zeeland, een initiatief van de Zeeuwse Bibliotheek. Namens BSF heeft het team van FryskLab (Jeroen de Boer, Bertus Douwes en Aan Kootstra) de prijs in ontvangst genomen. 

Bestemming: maakonderwijs in Nederland

Beide organisaties hebben besloten het prijzengeld bij elkaar te leggen om daarmee het aanbod van Mediawijzermakers! verder uit te breiden. Het boek The essential elements of digital literacies van Doug Belshaw wordt vertaald naar het Nederlands en maakt, vergezeld van het Maker Boxes-concept van Ake Nygren, een rondreis langs scholen en bibliotheken. Hiermee wordt bijgedragen aan het Platform Maker Education dat staat voor het stimuleren van maakonderwijs in Nederland.

https://www.youtube.com/watch?v=i0U8FJy5BNI&feature=youtu.be

https://www.youtube.com/watch?v=8mc5oCfML3I&feature=youtu.be

Mediawijzer.net

Mediawijzer.net is het platform voor mediawijsheid professionals. De missie van Mediawijzer.net is het versterken van mediawijsheid initiatieven voor jongeren van 0 tot 18 jaar door netwerkpartners te verbinden. Projecten dienen daarom – zowel binnen de doelgroep als tussen de netwerkpartners – samenwerking en synergie te bevorderen. Dit jaar bestaat het begrip ‘mediawijsheid’ precies 10 jaar en dat wordt gevierd in Hilversum. Daarom lanceert Mediawijzer.net de publicatie ‘Mediawijsheid 2005 > 2015 >2025’ en is er een aanmoedigingsprijs ingesteld voor projecten. Deze projecten kunnen binnen alle drie de domeinen vallen: Onderwijzen, Opvoeden en Ontdekken. De aanmoedigingsprijs is bedoeld als steun in de rug om projecten bekender te maken en de bevindingen ervan te delen.

Stimuleringsprijs Mediawijzer

Het kernteam van FryskLab bij BSF: Bertus Douwes, Aan Kootstra en Jeroen de Boer (vlnr).

FryskLab

FryskLab is een initiatief van Bibliotheekservice Fryslân en het eerste mobiele BibliotheekFabLab van Europa. Hoofddoelstelling van het project is het bijdragen aan de innovatiekracht van Friesland. De vaardigheden die kinderen en jongeren opdoen in het mobiele lab vormen hiervan de kern. Samen met samenwerkingspartners Friesland College en Waterapplicatiecentrum wordt gewerkt aan een provinciaal netwerk van FabLabs. D’Lab in de Leeuwarder Blokhuispoort is daarvan een recent voorbeeld. Daarnaast worden (Friese) bibliotheken door FryskLab ondersteund bij het opzetten van bibliotheeklabs.                                                                              

Wereldwijde community

De werkwijze van FryskLab is gebaseerd op het FabLab concept, zoals dat bedacht is door Neil Gershenfeld, directeur van het Centre of Bits and ATOMs (CBA) aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Wereldwijd zijn er al meer dan 500 FabLabs operationeel die via een uniek internationaal netwerk met elkaar zijn verbonden. In Nederland zijn er ruim 45 FabLabs.

3D-printer of… en 3 uur later….

Marten Hazelaar, docent biologie, NLT, Science, FABklas op de Populier, heeft een zeer verhelderende tekening gemaakt waarin je kunt zien wat je kunt kopen als je geen 3D-printer koopt. Dit is geïnspireerd op de blogpost Basisscholen, koop geen 3D-printer! Daarbovenop heeft hij getekend wat een klas met een 3D-printer gemaakt heeft na 3 uur, en wat een klas met de andere spullen gemaakt heeft. Klik hier om de poster in hoge resolutie te downloaden.

printer spullen

Teacher Maker Camp 2015

Hoe maak je van leraren Maker Educators? Nou zo!

Drieëndertig docenten, een fantastisch begeleidingsteam en vier intensieve dagen in De Waag. Wat een feest, en wat een geweldige resultaten! In die vier dagen gingen de deelnemers door een maalstroom van successen, faalmomenten, leerprocessen, feestelijke momenten, diepe dalen om uiteindelijk veel te leren over Maken en Leren en geladen weer de praktijk in te gaan.

Klik hier voor een blogs van deelnemers (pdf),

Nooit gedacht dat vier dagen spelen en leren zo vermoeiend konden zijn. En tegelijk zo uitnodigend, motiverend en confronterend.

Klik hier voor een blog van de Waag.

Op de expo worden trots de resultaten geshowd, van de decibelmeter ‘dBeter’ voor in de klas, interactieve wearables voor eenzame “oma” tot een “wrattenballetje”.

Een Engelstalig blog van Karien Stroucken

I have lost my ‘fear of freedom

En kijk hieronder voor een gefilmde impressie.

Maakonderwijs maakt ook taalonderwijs

Ik kijk naar het gladde, stalen knopje naast de donkerrode deur van de toren. Het knopje ligt verzonken in een stalen plaat. Boven het knopje lees ik: Waag Society en eronder: Fablab Amsterdam.  Bovenin de deur zijn twee raampjes met tralies ervoor. Zeven grote zandstenen boven de deur vormen een boog. Op de middelste steen staat 1617 gebeiteld. Daarboven zie ik een rechthoekige, versierde gevelsteen. De versiering zit aan de randen.  Dan zie ik nog een nummer, nummer 4. dewaag

Ik zou met mijn kinderen uit de schakelklas, een speciale taalklas, bij deze prachtige deur van de Waag al veel projecten ‘leren om te maken’ kunnen ontwikkelen, daarvoor hoef ik niet eens met ze naar binnen. Bogen, gevelstenen, deurbellen, tralies, sloten, ronde torens, letters, cijfers en knoppen geven aan-kno(p)-pingspunten voor het maken en ontwerpen. Ook om taal te ontdekken en er creatief mee om te gaan.  De deurbel van de Waag zou een aanleiding zijn om een verhaal over eigen ervaringen te schrijven of te vertellen. Eigen ervaringen zijn altijd goed, niemand kan ze ontkrachten. Net als bij het maakonderwijs, het proces is goed, het is je eigen proces.  “Mijn oma woont tegenover mij. Haar deurbel zit heel hoog. Ik kan er alleen bij als ik op de steen ga staan die in haar tuin ligt. De steen is zwaar, maar ik leg hem altijd netjes terug”.

Hoe zou je nou een deurbel kunnen maken waar je zowel als kind als volwassene bij kan?  Hoe zou je die bel noemen?

Elk kind heeft wel een ervaring met knopjes. Waar zitten knopjes aan? Aan de televisie, de computer, het koffiezetapparaat, het bedlampje, je mobiel, het broodrooster, de piano, de mixer. En dan zijn er  nog knopjes als schakelaars: tuimelschakelaars, drukschakelaars, lichtschakelaars, tijdschakelaars, schuifschakelaars, draaischakelaars, snoerschakelaars en nog veel meer. Je hoort het woord: ‘schakel’ erin. Net als in het begrip: “schakelklas”, de naam van de klas waarin mijn kinderen zitten. Geen idee waarom het schakelklas heet. Het is voor mij een taalklas, het zijn kinderen uit groep 3 en 4 die ik één uur per dag uit de klas haal om ze intensief te begeleiden bij hun taal, interactief en vakoverstijgend. “Het heet een schakelklas”, zei een kind, “omdat we hier soms schaken.” Enfin een schakeling is een poort (de Waag is óók een poort) die stroom kan doorlaten of onderbreken. Je kunt op de knoppen drukken, ermee schuiven, mee tuimelen, mee draaien. Wat een woordenschatuitbreiding. Wat zou je nog meer met een knopje willen doen? Erop willen klikken?

Het is maakonderwijs en taalonderwijs en ontwerponderwijs. Maak/ontwerp een soort klikknopje en bedenk een naam.

Karton, mesjes, plakband, dopjes, plastic flesjes gebruiken we voor het maken. Kinderen leren dat maak- en ontwerpmateriaal dichtbij te vinden is. Thuis, op straat, op school is het kosteloos materiaal te vinden en wordt het waardevol. De kinderen zijn maker en uitvinder en leren spelenderwijs te ontwerpen, problemen te verhelderen, oplossingen te zoeken en zodoende taal te beluisteren, te spreken, te schrijven en te lezen.

PapertIk druk op de deurbel, het metalen knopje. Nu op dag drie begint het hier vertrouwd te voelen, de buurt, het torentje, de ruimtes, de mensen, de materialen en de machines. In de intercom zeg ik “Joke” en ik kan de deur met de zoemtoon openduwen. De brede stenen trap leidt naar de kamer met de machines. Aan de wanden in het trappenhuis hangen teksten als: The role of the teacher is to create the conditions for invention rather than provide ready-made knowledge.

Vier dagen lang van 10.00 tot 22.00 u. worden we hier geïnformeerd, geïnspireerd en gestimuleerd door de pioniers van het maakonderwijs. We mogen maken wat we altijd al hebben willen maken in de elektronicawerkplaats en met digitale machines zoals de lasersnijder, de 3D-printer, de grote en kleine freesmachine, de vinylsnijder en de borduurmachine. We krijgen lezingen, workshops en doen mee aan ‘challenges’. Wij, een groep van 40 leerkrachten uit het basis-, voorgezet- en vervolgonderwijs komen uit alle delen van het land. We maken met 12 spaghettistaafjes, een touwtje, plakband en een marshmallow in 20 minuten tijd een bouwwerk. We construeren in stilte en met ieder een eigen opdracht met legoblokjes een huis. We creëren een voertuig van tandenborstels, lollystokjes, een motortje, een paar draadjes, een batterij en een lijmpistool waarmee we een wedstrijd doen wie het verst kan komen. We luisteren naar 3 lezingen, waarin we geënthousiasmeerd worden voor het maakonderwijs. Tussen de bedrijven door zijn we bezig met ons proces voor het product dat we aan het eind gaan tonen. Zelf het maakonderwijs ondervindend en ondergaand.

Samen met mijn maat houd ik me bezig met het proces voor ons prototype/ product: communicerende vaten, die we hebben ontwikkeld n.a.v. ons kennismakingsspel. Gecoacht door veel enthousiaste begeleiders, die je op gang helpen en als je je omdraait weer vlug weg zijn, programmeren we verschillende digitale machines voor het 3D-printen van een dolfijn, het frezen van rondjes in hout en het borduren van een rups door de naaimachine. In de elektronicawerkplaats maken we kennis met de Arduino microcontroller en programmeren we met Scratch én een MakeyMakey een dompelaar. Ik formuleer met mijn maat een probleem, wissel oplossingen en ideeën uit, denk hardop over ‘wat er zou gebeuren als’, schets een ontwerp en leer nieuwe woorden en begrippen. Ik ben zowel met maak- als met taalontwikkeling bezig als we onze communicerende vaten uitvinden.

tmcBij de presentatie van de producten aan het eind van de 4daagse kijk ik mijn ogen uit. Onze communicerende vaten werken nog wonderlijker dan ik dacht.  Allerlei fascinerende beelden, geluiden en kleuren flitsen door het anatomisch theater van de Waag, daar waar ooit het chirurgijnsgilde onderzoek deed, toen al een broedplaats van innovatie.

Als ik die avond de oude torentrap afloop voelt het alsof ik lid ben van een speciaal gilde, van het maakgilde. En taal- en nu ook geschiedenisgilde of vakoverstijgend gilde.  De zware, rode deur valt achter me dicht. Nu mijn klas nog lid maken.

 

Joke de Hoogh, Schakelklasleerkracht en NT2 leerkracht,

Montessorischool De Regenboog, Amsterdam Zuidoost