Makers maken en de rol van ouders

Astrid Poot is hoofd jeugd/familie projecten en creatief/strateeg bij Fonk,
maker, schrijver, spreker maar vooral eeuwig lerend!
Deze blog is ook gepubliceerd op:
http://www.lekkersamenklooien.nl/wantzozithet/essay-makers-maken-en-de-rol-van-ouders/

Met een aangenaam spannend gemengd gevoel van terughoudend en trots heb ik Maker op mijn twitterprofiel gezet. Makers zullen de wereld redden: mensen die het heft in eigen handen nemen zijn de enigen die de toekomst goed voor ogen hebben. Maar hoe maak je die Makers? En wat is de rol van ouders in het maken van de nieuwe Makers?

Wie zijn dat dan, die Makers?

Makers maken 3d geprinte intelligente prothesearmen voor kinderen die een hand missen. Goedkoop, snel en godzijdank niet huidkleurig (Want dat vind geen enkel kind cool). Heel bewonderenswaardig en vreselijk belangrijk. Eeh, ok.

De meeste mensen zijn niet dit soort makers. Die zijn meer als de kok die ik tegenkwam in een Duits hotel. Je kent het wel, zo’n gründlich hotel met stalen regels: alles op orde, alles netjes. Met bij het ontbijt 60 soorten brood met voor iedere soort een eigen tang.

Maar ook eitjes. Eitjes met lachjes erop.

eitjes

Leve de Duitse chef!

Dat had de kok gedaan. En dit is wat Maker voor mij is.

Dit is Maken

Kleine verbeteringen in je eigen wereld maken. Binnen je eigen capaciteiten (dus nee, je hoeft geen 3d printer expert te worden). Niet gestuurd vanuit een plan of curriculum, maar gewoon als mens. Omdat het een goed idee is.

Klinkt simpel die eitjes, maar toch is maken moeilijk.

Oh jee, een LED!

Regelmatig plaats ik werkbriefjes online met ideeën voor kleine projecten die je op school of thuis kunt doen. Zo heb ik recent op een rottige regendag thuis met de familie zaklampjes zitten klooien. Allemaal een eigen, allemaal een andere.

Met een werkbriefje tot gevolg, zodat iedereen kan delen in onze lol!zaklamp_astridpoot

Als ik zoiets online zet is er altijd veel waardering. Dat voelt heerlijk! Maar het heeft ook iets ongemakkelijks. Complimenten krijgen voor zoiets simpels. Want laten we eerlijk zijn: we hebben alleen maar met leds en batterijtjes gespeeld.ledbatterij

Een led en batterij

Zolang leds en batterijtjes moeilijk voelen, komt dat Maken niet van de grond.
En er zijn blijkbaar nogal wat barrières te overwinnen.

Kinderen zijn echte makers

Anneke Dorsman (het Klokhuis) zegt het altijd heel mooi: Voordat kinderen naar de basisschool gaan zijn ze echte makers. Alles is materiaal, alles is een plan en regels over hoe het hoort doen het nog niet. Een beetje klooien tot er al dan niet iets moois ontstaat is makkelijk en natuurlijk.floordemaker

Op school leren we kinderen met zinnige gereedschappen om te gaan. Mogen de kleuters nog wel met blokken rotzooien, aan het einde van de basisschool zijn kinderen goed met pen&papier en en met laptops en tablets. Helemaal klaar voor het volwassen leven. Andere tools heb je niet nodig.papierpen

Tech moms kunnen een laptop bedienen

En dat beeld blijft dominant. Als je Google vraagt om plaatjes van Tech moms krijg je dit:techmom

Een tech mom is blijkbaar een vrouw die met telefoons en computers om kan gaan. Heel knap.

Zo’n Google definitie komt ergens vandaan. Als maatschappij zien we het bedienen van tablets als techniek.

We zijn de kunst van het leven verleerd

Ik ben dol op Roman Krznaric. Hij beschrijft in zijn boek The Wonderbox dat we the art of living zijn verleerd. Met het besef dat er mensen zijn die officieel creatief (Michelangelo) of expert (mensen die management boeken schrijven) zijn, zijn alle andere mensen het niet meer.

‘It’s spirit and democratic potential drained away.’

We laten het maken over aan mensen die dat officieel kunnen. Maar lekker voelt dat niet.visonair

Onze mindset zit muurvast

Qua maken en creativiteit zijn we collectief in een fixed mindset terecht gekomen. We geloven niet langer dat we creatief of technisch (kunnen) zijn en voelen een grote angst dat beest in de bek te kijken.

Je kent dat wel: in vergaderingen roept altijd wel iemand dat ie niet technisch is als de beamer het niet doet. Zo jammer.

En onnodig!

Ouders van Nederland: jullie zijn aan de beurt

En dus moeten families aan de bak. Want je kunt op school superveel doen en daar zijn veel eigenwijze leraren en docenten mee bezig. Maar ook thuis moeten die makers gemaakt worden. Want jeetje, het gezin is nogal belangrijk voor het vormen van kinderen!

En alleen makers maken makers. Zien maken doet maken. En dus moeten ouders makers worden.

En dat lukt alleen als het voor ouders ook spannend en leuk is.

Veel speeldingen voor families zijn voor de ouders heel saai. Verder dan trots en ontroering kom je als ouder soms niet. Zo heb ik zelf altijd een bloedhekel gehad aan het wachten bij de glijbaan 😉glijbaan(beeld: www.degrotespeelgoedwinkel.nl)

Samen spelen moet voor ouders ook de moeite waard zijn.

Het Klokhuis: Zoek Het Uit!

Dat hebben we bijvoorbeeld gemerkt in het maken van Zoek het uit (het Klokhuis). De app die we (Anneke Dorsman en wij) hebben bedacht zorgt ervoor dat kinderen en ouders samen ontdekkingen doen. Ontdekkingen en ervaringen die voor zowel kinderen als ouders nieuw zijn. Flow!

https://www.youtube.com/watch?v=2Pvc3V40_Bk

Klooikoffers

Naar aanleiding van de werkbriefjes die ik maak werk ik nu aan Klooikoffers (zie http://www.lekkersamenklooien.nl/lekkersamenklooien/ouders-van-nederland-wij-hebben-iets-voor-jullie-gemaakt/. Samen met onze school doen we nu een test: kant en klare Klooikoffers die via school gratis worden uitgeleend met daarin een project dat ouders thuis samen met hun kind kunnen doen. Geen bouwdoos, maar creatief werk. Open, maar veilig genoeg voor de faalangstigen. En vooral: samen leren en ontdekken.klooikoffer

De reacties toe nu toe zijn heel positief. De koffers geven structuur en rust en tegelijk genoeg ruimte om zelf plannetjes te maken. Ik houd jullie op de hoogte van de verdere ontwikkeling.

Grote gereedschapskist

Als we alle gezinnen aan het klooien krijgen beheersen kinderen niet alleen pen&papier en de iPad als ze van school komen, maar voelen alle gereedschappen en tools als natuurlijk.tools

En pas als het zo voelt wordt Maker een gewoon en dagelijks iets.

Koop een soldeerbout!

Dus alle ouders: aan de slag, koop vandaag nog een soldeerbout en wees die gek die vreemde nieuwe dingen introduceert in jullie gezin. Kopen kan hier, hier, hier en hier.

Mijn kinderen vinden me saai

Als ik weer enorm rolmodellerig met mijn soldeerbout zwaai beginnen mijn kinderen steeds vaker licht vermoeid te zuchten. Jammer voor mij, maar goed voor hen. Mijn technische gedoe is inmiddels zo gewoon voor ze dat me smeken af en toe cupcakes met ze te bakken. ‘Zonder techniek mam!’

Mission accomplished

Astrid Poot – 15 maart 2015

Maak van jezelf een Maker Educator

maakkid

Alle leerlingen moeten makers kunnen worden.

Deze zin staat sinds een tijdje in mijn bio onderaan blogposten die ik schrijf. Ik vind dit in toenemende mate. Wij zien leerlingen

opbloeien,
zich emanciperen,
lachen,
spelen,
piekeren,
groeien,
maar vooral leren.

Deze combinatie is onweerstaanbaar en te belangrijk en mooi om te laten lopen. Deze verantwoordelijkheid nemen wij op de Populier zeer serieus en we waken dus ook al een soort vadertjes en moedertjes over Maker Education.

Maar als meer leerlingen dan de leerlingen van de Populier Makers moeten kunnen worden, dan moeten we er dus voor zorgen dat er op meer scholen gemaakt gaat worden. En om dat voor elkaar te krijgen, is het natuurlijk belangrijk om meer leerkrachten/docenten Maker Educator te laten worden. Op maandag 9 maart hebben we in samenwerking met De Nederlandse School een eerste verkenning gedaan naar de vraag: “Hoe zorg je dat er meer Maker Educators komen?

De eerste zin die in mij opkomt wanneer ik hierover nadenk, is een zin die Sylvia Martinez, medeauteur van de bijbel van Maker Education, Invent to Learn, ooit uitsprak (in vertaling):

Moet je een maker zijn om Maker Educator te worden? Moet je wiskundige zijn om wiskundeleraar te worden?

Plakken_en_Knippen-25Je moet dus een maker worden om Maker Educator te kunnen zijn. Daar ben ik vast van overtuigd. Maar deins niet meteen achteruit, geef niet meteen op. Je hoeft geen goede maker te zijn. Ik ben dat zelf eigenlijk ook niet. Ik ben slordig, maak het vaak niet af, maak regelmatig dezelfde fouten, bestel mijn spullen niet op tijd etc. etc.. Maar ik doe het wel en ik ken de valkuilen. Ik ken het ontwerpproces, ik weet wanneer ik iets niet weet, ik weet waar ik moet zoeken als ik het niet meer snap, ik snap dat je soms je werkstuk even moet laten rusten om het daarna weer met goede moed aan te pakken, ik beheers de bediening van een aantal apparaten die me helpen om te maken, ik snap dat veiligheid een vereiste is. Ik ben, kortom, een maker en kan dus Maker Education “geven”.

Hoe ben ik dit geworden? Want één ding is duidelijk. Ik was geen maker. Het antwoord is gemakkelijk. Ik ben het gaan doen. Een jaar of acht geleden ben ik begonnen met maken. En ik ben niet meer gestopt. In feite heb ik mijn eigen Maker Educator Opleiding bij elkaar gehackt en met mij mijn collega’s. En tijdens de bijeenkomst van De Nederlandse School, op 9 maart, is me duidelijk geworden dat dat een mooie weg is. Ik weet niet of het de enige weg is. Ik weet alleen geen andere. En ik vind dat ik onze weg met jullie moet delen. Bovendien is het een mooie gelegenheid om een plan dat in de afgelopen tijd ontstaan is om meer Maker Educators te maken, te hacken, uit de doeken te doen. Vandaar deze tekst.

Plakken_en_Knippen-33De Plakken & Knippen methode

Elke eerste maandag van de maand, als de sirenes die dag gegaan zijn, komen we bij elkaar. Dat doen we al vanaf 2008. Een overzicht in punten:

  • Lokatie. De Scienceruimtes van onze school, de Populier. Tegenwoordig is daar ons zgn. FABlab. Maar let op: in de beginjaren werkten we slechts met een hamer, een zaag en een soldeerbout. Dat ging ook. Tegenwoordig snorren de 3D printer en de lasercutter natuurlijk maar dat is niet nodig!
  • Tijd. Van 20.00-0.00 uur. We starten tegelijkertijd. Sommigen gaan wat vroeger, anderen wat later naar huis.
  • Deelnemers. De vaste kern bestaat uit een aantal docenten, andere medewerkers, oudleerlingen, een oudcollega, een vriend, en een collega van een andere school. Regelmatig schuiven er gasten aan die vaak één keer en soms vaker aanschuiven. Bezoekers worden geacht iets te maken.
  • Producten. Er wordt van alles gemaakt. Er wordt geprogrammeerd, gelasercut, ge3Dprint, maar ook gezaagd, getimmerd, gehaakt, gesoldeerd, gelezen, gepiekerd. Zachte poppetjes voor thuis, een broodbakmachine wordt gehackt, lesideeën worden uitgeprobeerd, etc. etc. Er zijn geen regels behalve: je maakt iets.
  • Kosten/spullen. In principe zorgt iedereen voor zijn eigen materiaal. Reststukjes hout, plastic, een schroefje, etc. is natuurlijk geen probleem. Mocht je iets groters willen gebruiken, dan betaal je de kostprijs. We checken altijd wel even of we het niet nodig hebben voor de lessen. Die gaan altijd voor natuurlijk.
  • Catering. Koffie uit de automaat. Verder neemt iedereen meestal iets mee. Altijd Toffifee, altijd een worstje, een paar biertjes voor later. Dit is belangrijk.

Plakken_en_Knippen-3Ik kijk er naar uit, naar deze avonden. Ze zijn vrolijk, feestelijk en soms, als je iets moois maakt, zeer bevredigend. Ik begrijp waarlijk niet, waarom er niet veel meer van dit soort clubjes bestaan. Het hoeft helemaal niet precies hetzelfde maar een regelmatig terugkerende bijeenkomst, waar je met elkaar dingen maakt, dat moet toch op veel meer andere plekken kunnen? Verzin zelf hoe je het wil. Het kan ook op een middag, langer, korter, met meer, met minder, thuis, in het buurthuis, in een gehuurde werkplaats, met een thema, met een opdracht, elke dag, drie keer per jaar, etc. Hack #plakkenenknippen. En deel het! Laat het anderen weten.

Makermaandag

Onderstaand voorstel heb ik gestuurd naar het bestuur van Fablab.nl. Dit plan is bedacht tijdens een vrolijke bijeenkomst met Emer Beamer, Thieu Besselink en Per-Ivar Kloen en is, in mijn bescheiden optiek, een mooi plan om op niet formele wijze, bijna gehackt, meer Maker Educators te maken.

  • Elke eerste maandagavond van de maand openen de fablabs van Nederland hun deuren voor het onderwijs. Docenten, misschien wel met enkele van hun leerlingen, zijn op die avond (of middag?) de gasten van de fablabs.
  • Er zijn deskundigen aanwezig, die de beginners goed op weg kunnen helpen.
  • Vanzelfsprekend worden de materialen betaald door de gasten.
  • Zo leiden we, maker style, nieuwe Maker Educators op (en boren we een nieuw contigent Makers aan die gebruik willen maken van fablabs).

Nederland is het land met de meeste Fablabs per inwoner volgens een onderzoek van ABN AMRO uit 2013.

Arjan van der Meij

Arjan is vooral docent natuurkunde. Ook heeft hij een paar jaar geleden 
zijn dysbricolikaart moeten inleveren en durft hij zich maker te noemen. 
Tegenwoordig maakt hij zich bijzonder druk. 
Alle leerlingen moeten makers kunnen worden. Dat is zijn doel.
Hij zou graag een inspiratieboek voor Maker Educators schrijven.

 

3M

Bezoekje aan de FABklas

i1Vrijdagmiddag 20 februari, start van de voorjaarsvakantie in Den Haag. Uitgelaten springen leerlingen op de fiets naar huis. Maar niet allemaal. In het sciencelokaal van De Populier wachten zo´n 20 leerlingen op de start van FABKLAS. Ze gaan vandaag weer mooie dingen maken. Wat motiveert deze leerlingen om na schooltijd op school aan het werk te blijven? Deze vraag speelt al dagen in mijn hoofd.

Docenten Per-Ivar Kloen en Arjan van der Meij openen met veel vrolijkheid de les: voelen jullie je ok, heb je zin? Iedereen vertelt wat hij of zij vandaag wil doen. Direct worden de uitdagingen ervan benoemd en eventueel hulp aangeboden. Na de aftrap stort iedereen zich op een schaaltje M&M´s en gaat aan de slag. De rector van De Populier, Henk Ordelman,  vertelt me hoe belangrijk hij het vindt dat het soms een feestje is op school. Hij maakt daar graag ruimte voor. Het is duidelijk dat hij trots is op de docenten van het scienceteam.

i3De leerlingen gaan enthousiast aan het maken. Ze werken aan verschillende ontwerpen voor een broedmachine, kattenbak, robotarm, ijsauto, leddomino, houten doosje en camerastabilisator. Trots laten ze het resultaat zien aan medeleerlingen en docenten als het goed gaat. Intussen worstelen ze met een zaagmachine die niet door het hout komt, een autootje dat maar half wil rijden, ledlampjes die het niet doen en verkeerd gelijmde onderdelen van de kattenbak. De docenten helpen waar nodig. Ze genieten mee.

Wat is hier nu de magie, waarom zijn deze leerlingen en docenten zo gemotiveerd? Ze vinden het allemaal echt heel leuk, maar waarom? Sommige leerlingen zeggen dat het ´t maken van dingen is, waar ze zo enthousiast van worden. Anderen vinden het vooral leuk omdat ze interessante dingen leren, zoals ontwerpen en programmeren. Ook noemt een aantal leerlingen de manier van werken, het ´helemaal zelf doen´. Wat er als resultaat uit komt, verrast vaak.

i12De Fabklas is buiten schooltijd en alleen voor kleine en vaste groep leerlingen. Het is een soort mix van knutselclub en een scienceles. Zou zoiets tijdens de reguliere lessen ook kunnen? En vooral: wat werkt wel en wat werkt niet? Is het ´t maken, zijn het de enthousiaste docenten of zijn het de 21st century skills? En is dit soort lessen wel in te passen in het onderwijs? Kost het niet teveel tijd en wat leren leerlingen er nu precies? Interessante vragen om verder op te puzzelen.

Het enthousiasme en motivatie blijft zichtbaar aanwezig, de hele Fabklas. Tussendoor is er eten. Grappig om te zien dat de meeste leerlingen dit rap wegwerken om verder te kunnen knutselen. Je krijgt zin om mee te doen!

Inge de Wolf

Bijzonder hoogleraar Universiteit Maastricht & 
coördinerend inspecteur Onderwijsinspectie

De grote fantast en de hybride kunstenaar

strandbeest09De eerste keer dat ik een Strandbeest zag van Theo Jansen vergeet ik nooit meer. De ietwat groezelige, knarsende pvc-buizen, de “houtje-touwtje” verbindingen maar vooral de onverwachte elegantie als het beest gaat lopen. Zo mooi, zo raar, zo anders dan wat je ooit zag. Bewondering voor de maker en vertedering voor het beest.

boekenDaan Roosegaarde is een ster. Niet alleen schuift hij regelmatig aan bij het hipste programma van Nederland, De Wereld Draait Door, ook in de buitenlandse media (CNN, BBC) doet hij het goed. Hij maakt dan ook zeer aantrekkelijke en frisse installaties. Het Van Gogh fietspad in Nuenen en onlangs Rainbow Station op Amsterdam CS zijn kunstwerken die onderdeel van de leefomgeving zijn. Het fietspad met duizenden steentjes die gloeien in de nacht en gebaseerd is op Starry Night van Van Gogh maakt niet alleen de gebruiker blij maar ook de vele mensen die het hebben bekeken via internet. Twee makers dus die techniek en technologie combineren met kunst, beweging, architectuur, ruimte. Die mooie dingen maken die meer “spreken” dan zich laten bekijken. Twee makers ook die internationaal succes hebben. Voorbeelden voor jonge makers in Nederland ook. Van beiden heb ik een boek gelezen waarin ze zich laten kennen. Mooie boeken die over van alles gaan. Ik ben op zoek gegaan naar wat ik en via mij jullie en vooral de leerlingen kunnen leren van deze twee Nederlandse Makers. De grote fantast (Theo Jansen) en de hybride kunstenaar (Daan Roosegaarde).

Theo Jansen

Aan het einde van het boek “De grote fantast” staat de biografie van Theo Jansen. Er staat daar een grove leugen in:

1975
Stopt met studie en wordt kunstenaar

Kunstenaar worden: ja. Maar stoppen met de studie? Integendeel!

strandlopersAls je de Strandbeesten van Theo Jansen ziet, zou je denken dat die er altijd al geweest zijn. Hun geboorte is echter heel nauwkeurig vast te stellen. Op 24 februari 1990, nu zo’n 25 jaar geleden, schreef Theo Jansen in zijn toenmalige column in de Volkskrant over Strandlopers. Een nog steeds actueel thema ligt aan de geboorte van de strandlopers, later Strandbeesten ten grondslag: bezorgdheid over de zeespiegelstijging. Autonome, hun energie van de wind krijgende beesten van elektriciteitsbuis die zandbergen maken bij de duinen om ons te beschermen tegen het oprukkende water. In het boek De Grote Fantast legt Theo Jansen uit dat de Strandbeesten zijn “omgekeerde herinneringen” zijn. Een paar maanden na zijn column begon hij met de Strandbeesten en nu, 25 jaar later is hij er nog steeds fulltime mee bezig.

1424031584_thumb.jpegHet maakproces wordt in het boek prachtig uitgelegd en is zeer herkenbaar voor mij als maker. Allereerst werd hij geïnspireerd door het boek “The blind watchmaker” van Richard Dawkins waarin deze de evolutietheorie haarfijn uitlegt. Theo wilde graag de evolutie met eigen ogen bekijken en maakte een beest in de computer: de Animaris Lineamentum. Een lijntje dat op vier plekken recht of krom, de ene of de ander kant op kan zijn. Bovendien zat er een scherpe punt aan. De lijnbeestjes liepen willekeurig over het scherm. Kwamen ze met de punt tegen een ander aan, dan stierf deze. Na zestig loopbewegingen plantten de beestje zich voort en recombineerden ze de overgebleven lichaamsdelen. Vanzelfsprekend blijven er steeds meer opgerolde beestjes over: deze ontlopen de scherpe punt het gemakkelijkst. Een ingewikkeld verhaal wellicht maar een prachtige illustratie van de grondigheid waarmee Theo Jansen zijn maakproces doet. En herkenbaar dus. De voorbereidingen duren vaak zeker net zolang als de uiteindelijke uitvoering als je serieus aan het maken, aan het creëeren slaat.

Een ander belangrijk aspect van het maken, het “spelen” komt prachtig tot uiting in de verhalen over “De vliegende schotel.” Theo en vrienden maakten van landbouwplastic en wat pvc-buizen een vliegende schotel die ze vulden met Helium en loslieten aan de rand van Delft. Dit haalde het nationale nieuws! Op de DVD die bij het boek zit, kun je het goed zien: spelen, klooien is belangrijk.

https://www.youtube.com/watch?v=3ywT2rYQOPs

Een mooi citaat, dat ook erg refereert aan wat Roosegaarde zegt, is dit:

Je moet beschikken over het vermogen tot kunnen. Dat is de kunst van het ontsnappen, ontsnappen aan de kramp van het niet kunnen. (…) Het irrationele optimisme biedt uitkomst.

klokkenDaar waar Theo Jansen en Daan Roosegaarde elkaar volledig vinden is in wat Daan Roosegaarde techno poetry noemt. Op zijn allermooist (vind ik) geïllustreerd in de afgedrukte column van Theo Jansen. De columns staan een beetje los van de tekst over de evolutie van de Strandbeesten en maakt dit boek nog leesbaarder. De titel van de column is: “De wekker 23 miljoen jaar vooruit”. In deze column vertelt Theo Jansen dat hij op bezoek is bij een kennis die binnenkort gaat overlijden. Deze kennis, ook een kunstenaar maakte o.a. films en zijn wens was dat zijn films over 25 jaar weer zouden worden gedraaid. De aanwezigen waaronder Jansen speculeerden wat over systemen om dit voor elkaar te krijgen. Uiteindelijk werd de oplossing gevonden. Een aantal op elkaar gestapelde ouderwetse schakelklokken. Van die klokken met die pinnetjes die ervoor zorgen dat er slechts een korte tijd spanning staat op een stopcontact. Wanneer je elke schakelklok zo instelt dat hij een kwartiertje per 24 uur “aanstaat” en ze dan stapelt, kun je eenvoudig uitrekenen dat de tweede klok slechts een keer in de 96 dagen een kwartiertje vooruitgaat, de derde bij 96×96 dagen etc. Ik vind dat heel erg ontroerend en een helder voorbeeld van “Techno Poetry”

pootstrandbeestDe loopbeweging van de Strandbeesten is een lange zoektocht geweest van Jansen naar de beste configuratie van stangetjes. Uiteindelijk heeft hij via trial and error maar vooral m.b.v. een computerprogramma de ideale configuratie gevonden die een nette loopbeweging maakt (vlak als hij zich voortduwt, hoog en krom als hij zijn voet optilt). Mooi is ook hoe hij vertelt over het heen en weer bewegen tussen de computer en de natuur. Goed kijken naar de natuur leverde bijvoorbeeld de notie op dat de tijd die de voet in de lucht doorbrengt zo kort mogelijk moet zijn: dat doen dieren ook.

De verhalen over zijn falen zijn ook zeer inzichtelijk. Door het zelfgekozen isolement ontdekte hij bepaalde zaken als het gemak van een heteluchtbrander pas na een paar jaar. kniptangZeer herkenbaar voor een maker. Instrumenten en met name de juiste, zijn zeer belangrijk. Theo Jansen heeft wat afgezaagd met een ijzerzaagje totdat hij de kniptang, speciaal voor pvc ontdekte.

En dan staat er achteloos een foto in het boek van Theo Jansen voor de “Schildermachine”. Een intrigerend beeld. Een portret van twee muzikanten, een houten frame en heel veel draden aan het frame. Zeer intrigerend voor mij, dus ik ga verder op zoek en kom (leve Google) een artikel tegen uit het tijdschrift OASE, tijdschrift voor architectuur uit oktober 1985 waarin het werk en de werkwijze van Theo Jansen worden besproken. Technoporno! Geweldig! Een citaat:

schildermachineDe hoeveelheid verf die de muur (of het erop gespannen doek) bereikt wordt op een ingenieuze wijze gedoseerd. Aan de verfspuit is een buisje met een lens bevestigd: het ‘oog’. Het daarin vallende licht wordt met behulp van een foto-elektrische cel en een versterker omgezet in een signaal. Dit signaal bedient een luidspreker. Voor de verfspuit bevindt zich een diafragma dat bestaat uit twee klepjes die met armpjes aan de conus van de luidspreker  zijn verbonden. Doordat de conus naar voren en naar achteren beweegt, evenredig met de hoeveelheid licht die op de foto-elektrische cel valt, gaat het diafragma (meer) open of dicht. Zo wordt de intensiteit van de grijstoon op de muur (of het doek) gereguleerd. Het schilderen gaat nu als volgt: het wagentje waaraan de verfspuit met het oog is opgehangen, rijdt heen en weer; de spuit trekt lijnen van steeds één centimeter breedte onder elkaar.

Klik hier voor het volledige artikel (pdf, 4MB). O 9–10 – 51 Een lineaire wereld.

De evolutie van de Strandbeesten wordt buitengewoon nauwkeurig uit de doeken gedaan en af en toe neemt Theo Jansen wat meet afstand om te spreken over het proces. En als hij dat doet, dan beschrijft hij zeer mooi hoe een maker in hart en nieren zich voelt. Een lang citaat:

Ondanks alle terugkerende teleurstellingen, werkte ik met groot plezier. Ik was onevenredig blij met de kleine successen. Kennelijk was ik er niet zozeer op uit om de dingen te laten werken, maar om te leren. (…) Het waren deelproblemen, die stuk voor stuk moesten worden aangepakt.

plankEen uitstapje naar een ander materiaal, hout ipv pvc, noemt Jansen “een periode van ontrouw”. Het is tegelijkertijd een ode aan goedkoop materiaal dat ruim voorhanden is: pallethout. Mooie beesten heeft deze periode opgeleverd, zoals de Animaris Rhinoceros, die hiernaast staat afgebeeld. En ook stromen er weer fantastische originele gedachten naar boven bij Jansen zoals de notie dat een paard de eerste vorm van bekrachtiging is zoals we nu stuurbekrachtiging kennen. Een paard is “beenbekrachtiging.”

flipflopDe beschrijving van de evolutie van de strandbeesten daarna is fascinerend. Er worden spieren ontwikkeld, zenuwcellen, geheugen, zintuigen, stappentellers zelfs en de peristaltische beweging wordt uitgeprobeerd. Er wordt gerekend aan bewegingen, geëxperimenteerd met petflessen (die onder hoge druk kunnen exploderen zo bleek eens) , er worden prototypes gemaakt, er is frustratie vanwege voortdurend lekken, er is euforie als er op een eenvoudige wijze een moeilijk probleem wordt opgelost, kortom, er wordt met veel plezier hard gewerkt. Ook wordt er gekeken naar de wereld van de elektronica, zoals blijkt uit een pagina uit het logboek dat je hiernaast ziet staan.

Laatste zin uit “De grote fantast”:

We gaan een prachtige tijd tegemoet.

 

Daan Roosegaarde

Don’t copy paste but copy morph

Het boek “Interactive landscapes” draagt wel Daan Rosegaardes naam maar is vooral door anderen volgeschreven. Wellicht geeft dit ook goed het verschil aan tussen Roosegaarde en Jansen. Roosegaarde is een moderne maker die vooral met zijn werk en zijn organisatie bezig is en minder met het kalm documenteren. Het is dus wel wat lastiger om in de kunstenaarsziel van Daan Roosegaarde te kijken, die zichzelf “hybride kunstenaar” noemt. Bovendien is Roosegaarde ook CEO van Studio Roosegaarde. In zijn studio werken zo’n vijftig mensen..

Daan Roosegaardes werk is enorm aantrekkelijk. Zijn “Dune”, waar je langsloopt en de uiteinden van de halmen geven licht, zorgt voor vrolijkheid en interactie bij de bezoekers; onlangs nog in Davos bij het World Economic Forum.

De kunstwerken die Roosegaarde maakt, hebben een ziel. En Roosegaardes partner, Peter de Man, die vanaf het begin het programmeren voor zijn rekening heet genomen is “code”,  oftewel de programmeertaal, niet slechts een opsomming van regels onbegrijpelijke tekst maar

an eloquent means of granting an otherwise inanimate installation it’s own “soul”.

De combinatie dus van hardware en software maakt de werken van Roosegaarde zo spannend en echt. Hij zegt zelf dat het maken hem maakt. Hij heeft een idee, een emotie en uiteindelijk probeert hij dat te materialiseren. En dat definieert hem. Vanaf zijn vroegste jeugd was hij een maker. In Nieuwkoop, waar hij opgegroeid is, maakte hij wielen onder meubels en reed daarmee de dijken af. Roosegaarde koos voor een opleiding aan de Artez Hogeschool voor de Kunsten en sloeg daar meteen aan het maken. Zijn eerste grote werk was “22 Beds” een installatie van 22 bedspiralen.

22beds

Hij zegt daarover in een interview dat het een echt gevecht was, werken met de spiralen: hij maakt dingen graag met zijn blote handen, hoewel dat hij dat heden ten dage dat steeds minder doet.

Een kunstwerk van Daan Roosegaarde kent vaak vele versies. Zo is Dune tegenwoordig toe aan versie 4.2. Elke keer als Dune weer terugkomt op het thuishonk in Waddinxveen wordt het verbeterd. Zo werd Dune eerst in zijn geheel aangedreven door een Windows computer en is hij nu modulair opgebouwd zodat hij in grote en kleine gedeeltes kan worden vervoerd en aangezet. Verder wordt het heden ten dage aangedreven door een zelf ontwikkelde specifieke microchip, die dus alleen maar doet wat hij moet doen en dat veel energiezuiniger (slechts 1 W per meter!) en sneller doet.

Een aantal werken van Roosegaarde

Flow Dit werk is gemaakt in 2007 en werd als eerste getoond in het stadhuis van Den Haag (het IJspaleis). Honderden ventilatoren aaneengeschakeld die gaan draaien als je in de buurt komt en daardoor verschillende doorkijkjes geven.

Het mooie aan Flow, vind ik, is dat het zijn werking zo goed laat zien. Bij Dune, zie je de LED lampjes niet. Hier is het What You See is What You Get. Een samenspel van geluid, beweging en licht. En bovendien makkelijk te begrijpen en wellicht zelfs op door te borduren door een maker.

sdfSustainable Dance Floor Duurzaamheid is een thema dat Roosegaarde bezighoudt. Deze vloer oogst de kinetische enige die door de dansers wordt gegenereerd en zet dit om in elektrische energie die weer door de DJ gebruikt kan worden om zijn of haar plaatjes te draaien. Wat verder een hele slimme toevoeging aan dit al geweldige concept is, is dat op de plek waar de meeste energie wordt ontwikkeld de vloer groen kleurt. Dit voegt een game-element toe aan deze vloer die hem afmaakt!

Intamicy Een vreemde eend in de bijt en juist daarom wellicht een echte Roosegaarde. Op het snijvlak van technologie, kunst en mode en ook in de Makerswereld een booming onderwerp: wearables, oftewel, technologie die je kunt dragen. Als nuttig sieraad (denk aan de Apple Watch of de Pebble, een van de meest succesvolle crowdfunding projecten ooit), kleding met LEDjes, sportarmbanden om je prestaties te meten, etc.

Dit werk is een jurk. Een jurk gemaakt van speciaal materiaal, e-foil genaamd dat in verbinding staat met een aantal sensoren. De e-foil is een soort lcd-display dat transparant kan worden door er een spanning op te zetten. Wanneer iemand dichterbij komt of wanneer de draagster opgewonden raakt kan de jurk transparanter worden zodat je er op het laatst helemaal doorheen kan kijken.

Smart Highway Een zeer succesvolle en tot de verbeelding sprekend project is de Smart Highway. Een verzamelnaam voor allerlei ideeën rondom het beter benutten van die enorme lappen wegdek. Zo bestaat er al een weg die belijning heeft die overdag oplaadt en ’s nachts het licht weer uitzendt, zijn er plannen om verlichting boven de snelweg alleen aan te doen als er een auto voorbij komt, wegen met symbolen die gaan opgloeien als de weg glad is, een rijbaan die door inductie elektrische auto’s kunnen opladen terwijl ze door blijven rijden en onlangs geopend een fietspad met in de nacht oplichtende patronen gebaseerd op het schilderij Starry Nights van Van Gogh in Nuenen. Nieuwe materialen, slimme technologieën, fantastische ideeën en ook techno poetry, zoals Roosegaarde dat zelf noemt.

 

Rolmodellen

Schermafbeelding 2015-02-19 om 22.20.01
Daan Roosegaarde en Koningin Maxima in Davos bij het World Economic Forum

Zowel Daan Roosegaarde als Theo Jansen zijn rolmodellen voor leerlingen die makers willen worden. Zo ziet Victor, leerling van V5 zichzelf wel de nieuwe Daan Roosegaarde worden en ken ik geen leerling die de Strandbeesten van Theo Jansen niet gaaf vindt. Theo Jansen is natuurlijk meer de scharrelaar, de houtje/touwtje maker die niet supernetjes werkt, die oude spullen hergebruikt (als genen, zegt hij zelf) en zwoegend door het mulle zand ploetert. Vergis je echter niet: om die soms enorme beesten soepel te laten lopen, is er veel precisie nodig in de verbindingen. En het gebruik van de computer vanaf het allereerste begin van het ontwerp is behoorlijk geavanceerd. Daan Roosegaarde is veel meer een “glamourboy” van het maken. In de goede zin van het woord want hij vertelt dat hij tot voor kort alles zelf maakte en daarbij behoorlijk aan het zwoegen was. En juist het “stardom” van Roosegaarde, het feit dat hij bevriend is met het koningspaar dat hij TED talks doet (heeft Jansen ook gedaan trouwens), dat hij mag aanschuiven bij het World Economic Forum tussen de wereldleiders, juist dat allemaal maakt hem een fantastisch rolmodel voor leerlingen die erover denken met Maken hun brood te gaan verdienen. Je kunt een ster worden!

theoslependDe manier van werken is voor beide kunstenaars anders. Theo Jansen werkt in zijn eentje in een tochtig atelier, Daan Roosegaarde heeft een team van meer dan vijftig mensen die Studio Roosegaarde vormen. Dat je pas na jaren erachter komt dat er een kniptang is voor pvc, zoals Jansen overkwam, dat zal Roosegaarde nooit overkomen: met zoveel denkkracht en verschillende invalshoeken in een bedrijf is dat vrijwel onmogelijk en ook zeer onwenselijk: efficiency speelt dan natuurlijk een grote rol: het is een bedrijf dat wellicht aan het begin het salaris van de medewerkers in pizza’s betaalde maar dat zal nu zeker niet meer het geval zijn: met pizza’s kun je geen hypotheken betalen. Waar Jansen alles alleen doet, van programmeren tot bouwen, tot inkopen doen tot testen, tot het regelen van vervoer, heeft Roosegaarde voor elke taak een ander.  Maar ook past uitstekend binnen het kader van Maker Education. Sommige leerlingen werken graag alleen en doen alles zelf: anderen werken graag samen en verdelen de taken. En binnen onze eigen FABklas zie je ook specialismen ontstaan: goede programmeurs wordt gevraagd mee te denken en te schrijven en slimme knutselaars delen hun inzichten ook graag.

Wanneer je kijkt naar de twee heren als ze vertellen wat ze doen, dan zie je het plezier en de energie er vanaf spatten. Kijk maar hieronder (langere filmpjes maar de moeite waard)

Deze energie, dit enthousiasme is iets wat wij meestal zien als we naar de leerlingen kijken die aan het knutselen of maken zijn. En niet alleen bij leerlingen. We geven nog wel eens een workshop waarin er altijd iets gemaakt moet worden en vaak horen we achteraf terug dat de deelnemers het zo lekker vonden, zo fijn om weer eens met hun handen bezig te zijn. Ik heb directeuren van grote instellingen, duurbetaalde adviseurs en vermoeide schoolleiders fanatiek gebogen over hun maaksel zien staan, nauwelijks bewust van hun omgeving. We komen er steeds meer achter dat maken, creëren dit doet met mensen, met leerlingen. Een mengeling van opwinding, fanatisme, trots zijn als het lukt, vastberaden doorgaan als het mislukt, zeer geconcentreerd bezig zijn, monomaan welhaast is als beschouwer, als betrokken docent heel gaaf om te zien en werkt meestal aanstekelijk op de leerlingen/deelnemers die wat gereserveerder zijn. Wat een heel gaaf bijeffect is, is dat we soms ook terugkrijgen bij workshops dat het je soms terugbrengt naar die fijne knutselmomenten in je jeugd.

imageAls laatste zijn de kunstwerken van Theo Jansen en Daan Roosegaarde ook nog eens directe voorbeelden van wat je kunt maken. Met name Theo Jansen is in The Maker Movement een grote naam. Hij stond in de Make (hét tijdschrift voor Makers), zijn werk is zeer populair op Shapeways, de betaalde online 3D print service (link), op Thingiverse, de gratis 3D downloadsite (link), op dé site voor makers, Instructables (link) en er is nu zelfs een LEGO Idea, waar je kunt stemmen om er een officiële LEGO-doos van te maken. DOE DAT! KLIK HIER! Van Roosegaarde is (nog) niets te vinden behalve op Shapeweays een 3D-beeld van Daan zelf. Wellicht laat zich dat verklaren door het feit dat de werken van Daan Roosegaarde soms wat monumentaal zijn. Overigens is er bij ons wel een leerling die, geïnspireerd door The Sustainable Dancefloor een schoen aan het ontwerpen is die energie opwekt op dezelfde manier.

Theo Jansen, Daan Roosegaarde. Twee Nederlandse makers die makers over de hele wereld inspireren. Die eigenzinnig, gebruik makend van alle beschikbare technologie die nodig is, verhalen vertellen, onderzoek doen, mensen verrassen en nieuwe generaties makers de ogen doen openen. De een misschien wat meer old school en de andere wat hipper maar beiden met vuur in hun ogen en met heel veel plezier. De grote fantast en de hybride kunstenaar.

Arjan van der Meij

Arjan is vooral docent natuurkunde. Ook heeft hij een paar jaar geleden 
zijn dysbricolikaart moeten inleveren en durft hij zich maker te noemen. 
Tegenwoordig maakt hij zich bijzonder druk. 
Alle leerlingen moeten makers kunnen worden. Dat is zijn doel.

Hij zou graag een inspiratieboek voor Maker Educators schrijven.
Een interview met Theo Jansen en Daan Roosegaarde zou dit boek afmaken.

Maker Education in de Maarten

maarten01In de Maarten, het blad met als ondertitel “de wereld volgens Van Rossem’ schreef Anja Vink een uitgebreid stuk n.a.v. de discussie rondom #onderwijs2032 van Sander Dekker. De titel van het stuk is “Alle kleuters aan het programmeren?” Een mooi overzichtsartikel met statistieken en plaatjes en scherpe inhoud:

In het discours rond een vernieuwd curriculum komt het containerbegrip 21st century skills, oftewel eentwintigste-eeuwse vaardigheden naar boven. Er is daar wel enig internationaal onderzoek naar gedaan. Menigeen denkt bij dit begrip aan computers, 3D-printers en iPad-scholen, maar uit elk onderzoek blijkt dat kunnen omgaan met computers en internet, oftewel digitale geletterdheid, slechts een klein deel daarvan uitmaakt. De belangrijkste vaardigheden zijn nog steeds taal en rekenen.

Er worden in het artikel vier voorstellen voor het onderwijs van de toekomst belicht. Het vierde is “Bevorder het maakonderwijs.” (klik om het te vergroten).

maarten03

Kleine maker-stapjes

Sunbeamseekerbot2
Het is vrijdagmiddag. Drie leerlingen, een docent en de technisch onderwijsassistent zitten gehurkt op de gang, als ik na mijn laatste les het lokaal uit kom.
“Hij werkt gewoon hoor meneer!!”, terwijl ze trots wijzen naar een wiebelend robotje.

In 4 vmbo mogen de leerlingen bij natuurkunde zelf een experiment uitvoeren en de daarbij horende theorie en praktijk verklaren. Sommige leerlingen weten meteen wat ze willen, terwijl andere wat hulp nodig hebben. Voor hen had ik nog wel iets op de plank liggen wat ik vorig jaar van Per-Ivar Kloen gekregen heb: onderdelen voor een SunBeam Seeker Bot.

sunbeamseekerbot1Twee jongens en twee meisjes hebben in een aantal middagen na schooltijd dit schattige robotje gemaakt. Het volgen van de instructies aan de hand van de video lukte nog wel, maar de leerlingen hadden al ruim twee jaar niet meer gesoldeerd. Het aansluiten van de elektronica was de grootste uitdaging. Het is best moeilijk om aan de onderkant, waar je soldeert, de juiste draadjes aan de juiste pinnetjes te solderen en daarbij ook niet per ongeluk meerdere pinnen aan elkaar solderen.
Bij de meiden is iets niet helemaal goed gegaan. Hun robotje reageert niet op licht. De polariteit van de motortjes is precies verkeerd om, hier door waggelt het robotje in hoge snelheid achteruit. Dit vinden ze hilarisch. Beretrots willen ze hun creatie in de klas laten zien.
Toen de jongens klaar waren, hadden ze weinig vertrouwen in hun robotje. Het soldeerwerk verdient geen schoonheidsprijs. Des te trotser waren ze dat hun robot in één keer werkte. Alleen nog afstellen.
De motortjes waren recht naar beneden gericht, maar moeten onder een kleine hoek staan om als wielen te werken. Dankzij de klittenbandbevestiging kan dit aangepast worden, alleen trok ik iets te hard aan een motortje en hij deed het niet meer. Schuldig beloofde ik hen dat we het robotje vrijdag gaan repareren.

Voordat ik vrijdag de jongens kon helpen, hebben twee andere klasgenoten hen geholpen: “Hij werkt gewoon hoor, meneer!!
De motortjes draaiden de verkeerde kant op. In plaats van te gaan solderen kiezen de jongens lekker pragmatisch ervoor om de motortjes te verwisselen, lang leve klittenband! De robot reageert duidelijk op licht, maar door het verwisselen van de motortjes zoekt deze robot niet het licht op, maar het donker.

http://instagram.com/p/yxHGsjkJSY/?modal=true

 

Enthousiasme, trots en bij enkele leerlingen die de laatste vrijdagmiddag geholpen hebben: jaloezie. Maar wat hebben ze geleerd?
⇒ Alle vier de leerlingen begrijpen waarom de twee motortjes in serie staan: de spanningsdeling.
⇒ Alle vier de leerlingen begrijpen de functie van de output van de op-amp: bepalen hoe de spanning verdeeld wordt.
⇒ Drie van de vier leerlingen begrijp de volledige functie van de op-amp: het vergelijken van de input.

Het nevenresultaat: een trotse leraar, die nog nooit leerlingen les heeft gegeven die wisten wat een op-amp doet.

Rob van Bakel is docent natuurkunde in Eindhoven
Kanalen:
Twitter: @rpvanbakel
Youtube (aanrader!): https://www.youtube.com/user/MrvanBakel
Instagram: http://instagram.com/mrvanbakel/

Nick Jordan, wat een kerel!

Schermafbeelding 2015-01-25 om 12.46.55In de Vives van januari veel aandacht voor Maken en Programmeren. Nick Jordan (bijna 13) zette Jorcademy op: een webplek waar je via youtube filmpjes kunt leren omgaan met de Raspberry Pi, leren programmeren met Scratch en andere interessante dingen kunt zien. Programmeren is een belangrijk onderdeel van de vernieuwde belangstelling om te leren creëren. Gary Stager en Sylvia Martinez noemen in hun boek, Invent to Learn, programmeren niet voor niets een van de drie gamechangers (naast digitale fabricage, als 3D printen en lasercutter en de opkomst van de goedkope microprocessoren). En een betere ambassadeur als Nick kun je je niet wensen:

Mijn leraren op school zijn niet handig genoeg met computers, vind ik. Ik vind het heel goed dat ze om hulp vragen als ze een probleem hebben, maar eigenlijk moeten ze het zelf leren oplossen – net als de leerlingen. En programmeren kan ook bijna niemand. Ik denk dat in het begin leraren en leerlingen samen moeten leren. Ik wil best helpen.

Lees hier het hele inspirerende stuk (pdf, 2,3 MB).

Auteur: Carla Desain.

Portret in Vives

vkvoorkantEen portret van Arjan van der Meij, in de Vives, een blad over Onderwijsinnovatie en ICT. Over het aantrekkelijk maken van bètaonderwijs en de rol van Maken daarin.

Ik gun het leerlingen dat ze in elk schoolgebouw en binnen elk schooltype de mogelijkheid hebben om veel te maken. In elk lokaal, dat zounog mooier zijn. Maken zie ik dan heel breed. Je kunt ook gedichten maken, een film of kunst.

Klik hier om het artikel (PDF, 661 kB) te downloaden.

Knutselen voor gevorderden

Schermafbeelding 2015-01-14 om 21.04.30In het Onderwijsblad van de AOb een verhaal over de FABklas op de Populier. Een mooi stuk waarin de sfeer van de FABklas goed beschreven wordt. Voor iedereen die nog niet de kans heeft gehad langs te komen een aanrader dus.

Leerlingen komen met de gekste ideeën.

Klik hier om de pdf (669 kb) te downloaden.

Mijn overhemd op de foto (niet bovenstaande) is overigens gemaakt door de grote Maker bij mij thuis: Martje Storm.

Tandwielen en automata

Deze post is geschreven door Annemarie van Es, Intern begeleider PO, 
coördinator en docent plusklas. Kunst, literatuur, ICT, fotografie, 
bloggen, Photoshop, drama, SOVA en met deze mix projecten voor kids. 
De post verscheen eerder op haar eigen blog. 
Hier kun je ook de filmpjes zien die ze maakte. Aanrader! Klik hier!

Eerst maar eens ontdekken hoe tandwielen werken. Daar is een mooi programmaatje voor: Gearsketch. Klik op de link om het zelf thuis te proberen. Teken met je muis een cirkel en hij verandert in een tandwiel. De leerlingen kregen een aantal opdrachten mee die ze heel snel oplosten. Tot mijn grote verbazing een heel stuk sneller dan de juffen en meesters tijdens het congres waar ik het programmaatje vandaan heb.

De opdracht was: Hoe kun je met 3 tandwielen een ontwerp maken waarbij het 1e tandwiel een stuk sneller of juist langzamer draait dan het derde?

Nou…eeeehhhh….dat doen we zo!
IMG_2602Mooi ontwerp! En hoe werkt het nou? Tandwielen moet je in beweging zien. Klik daarom hier voor de filmpjes plus een uitleg van de leerlingen…

Daarna werd de Pinterest pagina met allerlei plaatjes, info en filmpjes over automata bekeken. En wat zijn automata? Klik op de link en je weet het. De leerlingen kregen de opdracht zelf een ontwerp te maken. Ze bekeken de filmpjes, overlegden met elkaar, vroegen om raad en maakten een ontwerpschets. Aan het eind van de les bekeken de leerlingen elkaars ontwerpen en sommigen wilden graag wat vertellen over hun ideeën…

IMG_2605 IMG_2613

Volgende week gaan we bouwen!

Spannend!
Groet,
Juf Annemarie