Maakonderwijs mag zich niet beperken tot ’toppers’

Gastblog van Jeroen de Boer
Domeinspecialist nieuwe media bij Bibliotheekservice Fryslân, 
projectleider FryskLab, bestuurslid Stichting FabLab Benelux. 
Amateurwielrenner, drummer en muziekfanaat. 
Genomineerd voor Bibliothecaris van het Jaar 2015.
Dit blog verscheen eerder hier.

Twee berichten in m’n Twitterstream gisteren die beide over de maker movement en (informeel) maakonderwijs gaan, maar mijlenver uit elkaar staan.

Allereerst was daar het bericht dat op 23 september a.s. in Amsterdam het event ScienceMakers wordt georganiseerd. Het initiatief komt voort uit het programma Techniekpact van het Platform Bètatechniek (PBT), een top-down gremium dat zich richt op het stimuleren van wetenschap en techniek in het onderwijs. Ik zeg bewust top-down, omdat het geen enkel FabLab- of makersinitiatief (schoolvoorbeelden van grassroots ontwikkelingen) ooit gelukt is in dit proces te kunnen meedraaien en een graantje van de vele beschikbare techniekmiljoenen te kunnen meepikken.

En dat is heel erg raar gezien de vele initiatieven zoals Fabschool, waarin kwalitatief hoogwaardig onderwijsaanbod wordt samengebracht dat 100% afkomstig is uit de Nederlandse makersbeweging. Of de website van Maker Education Nederland, een initiatief van Arjan van der Meij. Of het manifest makersonderwijs, opgesteld door vele makers, leerkrachten, bibliothecarissen en andere betrokkenen zoals Kennisnet.

Dit laatste was het eerste en enige moment dat maakonderwijs bij de landelijke politiek op de agenda kwam. Het resulteerde ook in een aangenomen motie in de Kamer, ingediend door Anne Wil Lucas en Tanja Jadnanansing, onvermoeibare pleitbezorgsters van het uit het veld voortgekomen initiatief. Op de aangenomen motie, die werd gevolgd door gesprekken met minister Bussemaker en staatssecretaris Dekker, wordt nu namens de indieners van het manifest geacteerd door Arjan van der Meij, Karien Vermeulen en mijzelf.

Eén van de onderscheidende elementen van de makersbeweging is het democratische karakter ervan. Alles wat van bovenaf georganiseerd is staat hier haaks op en doet er afbreuk aan. Ik maak me daarom zorgen over het gegeven dat het nu wordt geclaimd door een organisatie als PBT. En eigenlijk maak ik me er ook kwaad over. Er wordt namelijk volledig voorbijgegaan aan al het harde werk dat al jarenlang in het veld geleverd wordt. Daarover is door Kennisnet meermaals gepubliceerd: in 2014 in het Trendrapport en onlangs in de publicatie Maker Movement biedt onderwijs schat aan mogelijkheden.

Het gaat naast het onterecht claimen echter ook om aan andere grote tekortkoming. De PBT-benadering gaat namelijk volledig voorbij aan het inhoudelijke feit dat bij maken het creatieve element minstens zo belangrijk is als het wetenschappelijke of technische. Door het exclusief binnen bètakaders te trekken wordt een grote groep leerlingen en scholieren buiten beschouwing gelaten. En dat is zo ontzettend onterecht. Niet voor niets is het in het voor Techniekpact zo illustratieve Amerika al een duidelijke wending van STEM (science, technology, engineering, mathematics) naar STEAM (+ arts) merkbaar. Creativiteit, esthetiek en artisticiteit horen net zoveel bij maakonderwijs als bètavakken. In het ronde-tafelgesprek maakonderwijs was minister Bussemaker hierover heel duidelijk. Ook binnen de kunsteducatie zou ruimte voor makersinitiatieven moeten komen.

Door 150 toppers op een schild te hijsen (wat ik voor hen overigens fantastisch vind, laat dat voorop staan) wordt bewust een elite in het leven geroepen. Exclusiviteit is daarmee het credo van Sciencemakers. Dat kan niet verder af staan van de inclusiviteit van de maker movement en maakonderwijs. Niet voor niets zeggen docenten die hiermee al aan de slag zijn dat er bij kinderen andere kwaliteiten en competenties naar boven komen dan bij de ‘normale’ lessen. Door kinderen nu al bij voorhand uit te sluiten zet de bijl aan de wortel van een ontwikkeling die nog piepjong, maar zeer waardevol is.

Maar zoals gezegd kende mijn tijdlijn vandaag twee berichten over maken en maakonderwijs. De andere betrof het inhoudelijke artikel Meet Your Makers over de Capitol Hill Maker Faire. Hiervan was het IMLS (Institute of Museum and Library Services), naast Nation of Makers, één van de trekkers. Tim Carrigan, senior library program officer bij IMLS, verwoordt exact waarover het bij de makersbeweging gaat:

“The Maker movement itself is very free form, and… that’s part of the beauty of it and why it has been so successful, because it’s moving us away from things that are maybe, perhaps, more rigid.”

Vooral zijn zinsnede “because it’s moving us away from things that are maybe, perhaps, more rigid” triggerde me in relatie tot Sciencemakers. Daarnaast is ’t hét onderscheidende element van bibliotheekinitiatieven. Bibliotheken zijn immers de plekken waar iedereen altijd terecht kan om te leren. Daarmee zijn ze in vele opzichten een meer dan logische plek voor een makerspace of Fablab. Vorige week verscheen er al een speciale Makeruitgave van School Library Journal, volgens Carrigan een doorslaand succes. En in Nederland stomen we al op naar de dubbele cijfers wat het aantal bibliotheekfablabs betreft.

Het aanbieden van educatief aanbod, al dan niet in nauwe samenwerking met het onderwijs, staat bij al die initiatieven voorop. Daarnaast kenmerken ze zich door het grassroots karakter, evenals alle andere mooie Nederlandse maakinitiatieven. Vaak gaat het om individuen die ermee aan de slag willen en door hard werken en doorzettingsvermogen daar steeds vaker in slagen. Ik durf wel te stellen dat juist het ontbreken van aansturing van bovenaf hieraan sterk bijdraagt. Maken wordt gedaan door de mensen die met hun poten in de klei staan en wordt niet bedacht op een ministerie of iets dat daaraan verwant is.

“De successen van talenten op het gebied van wetenschap en technologie en makeronderwijs bij kinderen krijgt nog te weinig aandacht en het podium dat het verdient”,

wordt gesteld op de Sciencemakerswebsite. Daarmee kan niemand het oneens zijn. Maar ere wie ere toekomt, beste mensen. Het gaat me daadwerkelijk aan het hart dat het concept maakonderwijs niet alleen onterecht wordt geclaimd door PBT, maar nog veel meer dat men doet voorkomen alsof er vóór het event op 23 september niets gebeurd is. Dat is haast een schoffering van alle prachtige initiatieven die al jarenlang genomen én op kleine schaal uitgevoerd worden en die heus bij PBT bekend zijn.

Alle daadwerkelijk bij het maakonderwijs betrokken partijen wachten daarom vol verwachting tot het verzoek voor inhoudelijke bijdrage aan het event op de deurmat ploft. Gelukkig is er nog álle tijd om een gedegen programma neer te zetten dat het maakonderwijs verdient en dat recht doet aan alle energie die er al ingestoken is.

makersonderwijs_4nov2014_share

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *