Robot- en rakettenspeech

asscherbussemakerDisclaimer: dit stuk wemelt van de meningen. Die zijn van mij.

Vice-premier Lodewijk Asscher hield tijdens het SZW congres op 29 september 2014 een speech over de robotisering van arbeid. Daar is veel discussie over geweest. In DWDD sprak Matthijs van Nieuwkerk met minister Bussemaker over dit onderwerp. Ook adviesbureau Deloitte deed een duit in het zakje. Uit onderzoek van dit consultancybureau bleek dat 2 à 3 miljoen banen zouden verdwijnen door robotisering.

De toespraak van Asscher, die hier in zijn geheel te lezen is, lijkt op sommige punten een mooi pleidooi te houden voor Maker Education.

Na eerst het punt te hebben gemaakt dat we ons zorgen moeten maken en dat we vooral uit moeten kijken voor een scheve inkomensverdeling, komt Asscher bij de oplossingen. Hij begint dan zo:

Een 20-jarige student van onze eigen Universiteit Delft heeft bijvoorbeeld een systeem bedacht, dat in vijf jaar tijd zeven ton plastic afval uit de oceanen kan vissen. En wie weet wat de toekomst nog meer brengt…
We moeten er voor zorgen dat Nederland een broeikas is voor dergelijke nieuwe ideeën.

Mooi! Maar dan maakt hij de klassieke denkfout dat moderne technologie in de klas het onderwijs ook moderniseert.

De toepassing van nieuwe technologie in het onderwijs biedt nieuwe kansen. Het onderwijs is vaak nog traditioneel ingericht. De leraar of meester staat voor de klas en geeft les, waarbij slechts beperkt ruimte is voor maatwerk. Digitale technologie biedt de ruimte voor meer maatwerk, waardoor elke leerling zijn eigen tempo kan volgen. De docent krijgt dan meer de rol van een begeleider en bewaker van dit individuele leerproces. Flipping te classroom: het leerproces kan zelfs in zijn geheel worden gekanteld, door leerlingen thuis op de computer lessen te laten volgen en ze op school te begeleiden bij het maken van opdrachten.

Minstens zo belangrijk is dat het onderwijs de vaardigheden aanleert waaraan behoefte is in het tweede machinetijdperk. Het basisonderwijs is bijvoorbeeld nog sterk gericht op lezen, schrijven en rekenen. Deze vaardigheden blijven van belang, maar in de digitale economie komt het steeds meer aan op conceptueel denken, brede patroonherkenning en complexe communicatie.
We kunnen niet exact voorspellen welke methoden zullen worden uitgevonden en aan zullen slaan, maar er is veel ruimte voor vooruitgang. Het feit dat steeds meer Nederlandse scholen experimenteren met technische mogelijkheden zoals Tablets, is een positieve ontwikkeling

“Tablets” Met een hoofdletter nog wel. Als ik een ding weet, is dat die Tablets het robotprobleem niet gaan oplossen. Die maken van leerlingen maar consumenten. Terwijl we juist producenten nodig hebben, makers. Maar, we vergeven het hem (hoewel ik persoonlijk echt pas voor de rol van “begeleider en bewaker van dit individuele leerproces”) want daarna zegt hij veel zinnigere dingen:

rocket_robotAls robots laaggeschoold en routinematig werk gaan overnemen moeten we onze jeugd opleiden voor het andere werk. Niet trainen op routine, maar op het onverwachte. Niet op feiten, maar op creatief analyseren en nieuwe wegen zoeken. En uiteraard op een goede omgang met een geautomatiseerde wereld.

En de weg daarnaar toe? Ach, die loopt wellicht via Maker Education. De beroemde rakettenspeech van zijn collega van Onderwijs, minister Bussemaker geeft de richting aan:

Want om bij de maan, en verder, te komen, moeten we steeds betere raketten ontwikkelen. Niet zozeer letterlijk, maar vooral figuurlijk. En moeten we jonge astronauten opleiden, die hightech oplossingen combineren met moed. En met een stukje plakband.

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *